Neuropathische pijn
vroegtijdig signaleren, tijdig handelen en verwijzen
Na afronding van dit nascholingsprogramma heeft u inzicht in:
- het herkennen, behandelen en doorverwijzen van patiënten met (perifere) neuropathische pijn;
- de verschillende vormen van neuropathische pijn;
- de belangrijkste aanbevelingen met betrekking tot het (niet-)medicamenteuze beleid bij de behandeling van perifere neuropathie;
- alle farmacotherapeutische en alternatieve interventiemogelijkheden;
- het onderscheid tussen neuropathische en nociceptieve pijn;
- het verschil tussen dikke- en dunnevezelneuropathie;
- de positieve effecten van het vroegtijdig signaleren en behandelen van neuropathische pijn;
- het onderscheid maken tussen patiënten die u als huisarts goed kunt behandelen en welke de specialist moet behandelen.
Oogklachten in de dagelijkse praktijk
prominentere rol in herziene NHG-Standaard hartfalen en chronische nierschade
Na afronding van dit nascholingsprogramma heeft u inzicht in:
- de verschillende oorzaken van een rood oog, bijziendheid en droge ogen en debijbehorende (niet-) medicamenteuze adviezen en behandelingen;
- dat pijn, visusverandering, fotofobie, misselijkheid en braken belangrijke alarmsymptomen zijn;
- situaties waarbij een (sub)acute beoordeling en behandeling door de oogarts vereist is;
- de gewenste verwijstermijnen als er een indicatie is voor beoordeling door een oogarts;
- de oorzaak van droge ogen;
- welke kunsttranen kunnen worden ingezet bij droge ogen en hoe ze werken;
- hoe een correcte druppelinstructie gegeven kan worden.
Allergische rinitis
optimaliseren van ziektecontrole en symptomen in de eerste lijn
Na afronding van dit nascholingsprogramma heeft u inzicht in:
- de epidemiologie, pathofysiologie en diagnostiek van allergische rinitis;
- de negatieve invloed van allergische rinitis op de kwaliteit van leven;
- de diverse niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandelingen volgens het zogenaamde ‘step-up, step-down algoritme’;
- de toepassing van nasale/orale antihistaminica en nasale corticoïden;
- de toepassing van immunotherapie;
- Het belang van een gecombineerde aanpak van allergisch astma en rinitis;
- De adviezen omtrent het verwijsbeleid naar KNO-, kinder- of longarts;
- de belangrijkste aanwijzingen/aandachtspunten voor de praktijk ter optimalisatie van de zorg voor allergische rinitis.
Atriumfibrilleren
nieuwe aanbeveling voor DOAC’s in de volledig herziene NHG-Standaard
Na afloop van deze nascholing weet u:
- dat de NHG-standaard sterk aanbeveelt niet systematisch te screenen op het bestaan van atriumfibrilleren;
- dat met de CHA2DS2-VASc-score het risico op herseninfarct en een indicatie voor anticoagulantia in te schatten is;
- dat u terughoudend moet zijn met DOAC’s bij kwetsbare ouderen, verminderde nierfunctie en slechte therapietrouw;
- dat bij nieuwe patiënten met atriumfibrilleren met een indicatie voor orale anticoagulantia de voorkeur uitgaat naar een DOAC en niet naar een vitamine K-antagonist;
- welk perioperatief beleid geadviseerd wordt DOAC’s en VKA-antagonisten.
SGLT2-remmers
prominentere rol in herziene NHG-Standaard hartfalen en chronische nierschade
Na afronding van dit nascholingsprogramma heeft u inzicht in:
- de epidemiologie, pathofysiologie en behandeling van chronische nierschade en hartfalen;
- de relatie tussen chronische nierschade en hart- en vaatziekten;
- de rol van SGLT2-remmers bij de preventie en behandeling van chronische nierschade en hartfalen;
- de inzet van SGLT2-remmers bij patiënten met chronische nierschade met en zonder diabetes mellitus;
- nieuwe ontwikkelingen en aanpassingen binnen de vigerende richtlijnen.
Therapietrouw
effectieve interventies ter verbetering
Na afloop van deze nascholing heeft u inzicht in:
- de verschillende vormen en oorzaken van therapieontrouw
- therapie(on)trouw bij bepaalde patiëntgroepen en risicogroepen
- de fasen van geneesmiddelgebruik
- het signaleren van therapieontrouw
- het achterhalen barrières voor therapietrouw
- hoe de therapietrouw te stimuleren en verbeteren
- functionele interventies en gedragsinterventies
- vormen en voorbeelden van patiëntgerichte communicatie
- de rol van de verschillende behandelaren bij het signaleren en optimaliseren van therapietrouw
Depressieve stoornissen
de NHG en de nieuwe Multidisciplinaire Richtlijn
Aan het einde van deze bijeenkomst heeft u inzicht in:
- de definitie, epidemiologie en oorzaken van een depressie;
- de ernst en het beloop van een depressie;
- de diagnostiek van depressie volgens de DSM-V-criteria;
- het niet-medicamenteuze beleid;
- het stappenplan van de medicamenteuze behandeling volgens de NHG-Standaard en de Multidisciplinaire Richtlijn;
- de werking, bijwerkingen en interacties van de verschillende antidepressiva;
- de mogelijke afbouwstrategieën.
Testosterondeficiëntie
herken de man in de eerste lijn!
Na afloop van deze cursus weet u:
- wanneer testosterondeficiëntie (TD) vermoed kan worden;
- dat TD invloed kan hebben op het welzijn van een man;
- dat een laag testosterongehalte een marker is voor een verhoogde kans op hart- en vaatziekten en een slechte gezondheidstoestand;
- dat bij patiënten met o.a. diabetes, hart- en vaatziekten, COPD, obesitas, hiv, depressie vaker TD wordt gevonden;
- wat het belang is van een te stellen diagnose testosteron-deficiëntie en het meten van de testosteronwaarde;
- dat de behandeling van TD in zowel de eerste als de tweede lijn veilig en effectief kan zijn.
Respiratoire ziekteverwekkers en vaccins
de risicogroepen onder de loep
Aan het einde van deze bijeenkomst heeft u inzicht in:
- Respiratoire ziekteverwekkers en vaccins bij influenza, COVID-19, pneumokokken en het RS-virus;
- het draagvlak rondom vaccinatie;
- de impact die virussen en bacteriën hebben op hoogrisicopatiënten;
- het vaccinatiebeleid;
- recente ontwikkelingen van vaccins en wijzigingen in het Rijksvaccinatieprogramma;
- hoe vaccins ontwikkeld worden.
Diabetes mellitus type 2
start uw cardiometabole denkwijze!
Aan het einde van deze bijeenkomst heeft u inzicht in:
- het doel van de behandeling, namelijk het voorkomen van klachten en complicaties zoals (toename van) hart- en vaatziekten, chronische nierschade, retino- en neuropathie;
- educatie en leefstijladviezen als basis van de behandeling;
- de medicamenteuze behandeling van diabetes type 2 zonder en met zeer hoog risico op HVZ
- dat SGLT2-remmers en GLP1-agonisten de basis vormen van de medicamenteuze behandeling bij de zeer-hoog-risico-groep maar ook in stap 2, na metformine, bij de niet zeer-hoog-risico diabeten een belangrijke plaats innemen op basis van gewicht en cardiovasculaire eindpunten;
- dat de diabeteszorg steeds meer gericht is op verlaging van het risico op hart- en vaatziekten en/of progressie van chronische nierschade en hartfalen dan op de glykemische instelling.
Anticonceptie van pubertijd tot menopauze
Na afloop van deze nascholing heeft u inzicht in:
- De verschillende vormen van anticonceptie;
- de werking en bijwerkingen van anticonceptiva en anticonceptieve methoden;
- de betrouwbaarheid, voordelen en nadelen van de verschillende anticonceptiemethoden;
- situationeel keuzes maken voor een anticonceptieve methode;
- absolute en relatieve contra-indicaties;
- het medicamenteuze beleid en de organisatie rondom het voorschrijven van de abortuspil;
- de vigerende adviezen bij een vergeten pil, post partum en bij borstvoeding.
Obesitas
de nieuwe Multidisciplinaire Richtlijn en de weg naar geïndividualiseerde en doelmatige zorg
Na afronding van dit nascholingsprogramma heeft u inzicht in:
- de benadering van obesitas als een chronische ziekte, die wegens de risico’s op ernstige gezondheidsschade langdurige behandeling noodzakelijk maakt;
- obesitas als gateway disease, welke samen hangt met diabetes mellitus type 2, cardiovasculaire aandoeningen, chronische gewrichtsklachten en slaapapneu;
- de combinatie van dieet-, bewegings- en gedrags-interventies die de eerste stap in de behandeling van obesitas vormen;
- de geneesmiddelen orlistat, liraglutide, semaglutide, naltrexon/bupropion, en tirzepatide die voor gewichtsbeheersing in Nederland beschikbaar zijn en de nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van obesitas op basis van fenotypering en het klinisch profiel van de patiënt;
- de klinische relevantie op de gezondheidswinst van gewichtsverlies;
- de invloed van obesitas op de kinetiek en dynamiek van geneesmiddelen;
- de verschillende vormen van metabole chirurgie en de invloed op de werking van geneesmiddelen;
